Doorgaan naar hoofdcontent

Bijna Thuis


Ik spreek iemand die in een hospice werkt. Zo'n palliatieve zorginstelling voor mensen die aan het einde van hun leven zijn gekomen. Daar waar je pas mag 'logeren' als je levensverwachting minder is dan drie maanden. Tijdens mijn Amerikatournee met het Ricciotti Straatensemble (we schrijven begin jaren 90) hebben we opgetreden in een heel groot hospice. Indrukwekkend was dat. 

Ik merk in het gesprek op dat zij hun hospice een Bijna Thuis Huis noemen. Die term ken ik nog niet. Hij legt me uit dat er twee soorten hospices zijn: een High-care, waar 24 uur per dag medische zorg aanwezig is, zoals in een ziekenhuis. En een Bijna-thuis-huis, waar een woonsituatie wordt gecreëerd zoals de gasten thuis gewend zijn. Ze houden hun eigen huisarts en dagelijkse zorg wordt verleend door wijkverpleegkundigen en vrijwilligers.

'Oh', zeg ik, 'de term is dus eigenlijk een inkorting van Lijkt op thuis zijn Huis.' Ja, zo kun je het inderdaad zien, beaamt hij. Dan vertel ik dat ik dat ik zelf bij die term moest denken aan wat er in mijn opleiding Spiritualiteit & Zingeving vaak voorbij was gekomen. Dat we spreken over geboorte, leven en dood als één geheel. En dat je Bijna-thuis ook kunt zien als bijna klaar zijn om de stap naar de overkant te maken, om weer 'thuis' te komen.

Het blijft even stil. 'Goh ja', zegt hij, 'zo heb ik er nog nooit aan gedacht. Maar inderdaad, dat is ook een mooie metafoor.' Nou kijk aan, hebben we toch gewoon spontaan een dubbele betekenis van hun definitie ontdekt. En allebei wat geleerd.

Reacties

  1. Mooi omschreven. Het bijna thuis huis wordt binnenkort in Borne in gebruik genomen. Dicht bij huis, bijna thuis.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja mooi, dicht bij thuis. Zullen we wel afspreken dat je er nog even weg blijft? :-)

      Verwijderen

Een reactie posten

Populaire scribble

Opstartperikelen

Na twee maanden waarin m'n prioriteit lag bij goed slapen, rust nemen en overleven is het vanmorgen weer tijd voor dat ochtendritueel waar ik me lekker bij was gaan voelen: baantjes crawlen. Ik overwin m'n luie weerstand en pak de zwemspullen bij elkaar. Maar waar is m'n kaart? Hoezo zit die niet op de vaste plek in de vaste rugzak? Hoe ik alle logische en onlogische alternatieven ook doorzoek: geen kaart. Hè gatsie, m'n irritatie stijgt langzaam naar niveau 1.  Ik overwin het gevoel 'dan maar thuis te blijven' en loop in de ochtendmist richting zwembad. Ik richt me op de mantra Alles komt goed , maar ondertussen trekken ook vele scenario's van het gesprek aan de balie voorbij. Halverwege bedenk ik me dat ik ook nog m'n energiekoekje voor de terugweg ben vergeten. Hè gatsie, dan ga ik wel honger hebben. Ik voel de irritatie gestaag naar niveau 2 stijgen. De dame aan de balie heeft gelukkig een beter gemoed dan ik en geeft me zonder morren, zonder kosten ...