Voor de module Grenservaringen moeten we een stuk schrijven over één van de onderwerpen die voorbij is gekomen. Iets waar je veel mee hebt, misschien wel uit (eigen) ervaring, iets waar je meer over wilt weten of waar je in je werk of leven wat mee wilt. Van alle buiten-motorische of buiten-zintuigelijke ervaringen die we hebben behandeld, ga ik het meest aan bij synchroniciteit. Oftewel: betekenisvol toeval. Want daar zit naar mijn idee het leven vol mee. Tenminste, als je het wilt zien en als je er betekenis aan wilt geven. En dat kan en wil ik.
Terwijl ik van binnen langzaam vorm geef aan het wat en hoe van de opdracht, terwijl ik boeken verzamel om te betrekken in m'n voorwerk, terwijl in m'n geheugen steeds meer laatjes met voorbeelden open gaan, komt een collega bijna buiten adem het kantoor binnen. Die moet even haar verhaal kwijt, want 'wat me nú toch is overkomen...'
"Ik parkeerde vanmorgen de auto daar honderd meter verderop en vond midden op de parkeerplaats een bankpas. Ik heb nog gegoogeld op de naam, maar dat leverde zo snel niks op. Ik denk 'ik stop hem zolang maar even in m'n zak en maak er later wel werk van om de eigenaar op te sporen.' Ben ik net bezig op de jeugdafdeling om alles in te richten voor de Kinderboekenweek, komt er een meneer recht op me aflopen en vraagt: "Is hier ook een bankpas gevonden?" Ik zeg een beetje weifelend dat ik toevallig wel net ergens buiten een pas heb gevonden. Dus ik vraag naar z'n naam, blijkt dat de eigenaar van het bankpasje dat ik in m'n zak heb zitten. Dat geloof je toch niet?!"
Afijn, de introductie van m'n werkstuk ligt dus gewoon op straat. Of eigenlijk op kantoor, want toen m'n collega dit vertelde stond ik 'toevallig' bij háár werkplek. Bedankt, Universum!
Reacties
Een reactie posten