De module existentiefilosofie is alweer ten einde. En opnieuw ontdek ik dat Astrid en filosofie niet echt een gelukkig huwelijk is. Ik stel graag vragen hoor, daar niet van, maar mijn denken schiet gewoon automatisch naar de psychologische kant van het 'probleem'. Karl Jaspers komt ook met een mogelijke verklaring door zijn definitie van filosofie als 'een zinvol denken zonder resultaat'. Want Astrid houdt erg van dingen afronden, of toch in ieder geval tot een soort conclusie komen. Maar goed, zingeving is natuurlijk belangrijk binnen deze opleiding, dus ik geef me over aan het gedachtengoed van de vier grote existentiefilosofen.
Ondanks hun verschillen valt me ook een belangrijke gemene deler op als het gaat over betekenis en zingeving, namelijk vrijheid, vrij zijn, de vrije wil. En ineens zie ik in dat verband citaten waar ik wél op aan kan haken. Zo zegt Nietzsche: "Om als echt mens te leven, moet je je losmaken van de kudde en een solitair dier worden." Voor hem is de vrije geest direct verbonden met de noodzaak om alleen te kunnen staan en zijn mensen in de eerste plaats individuen.
Nou, daarover kom ik bij zijn existentiebroeders toch wat andere gedachten tegen. Zo zegt Kierkegaard: "Vrij zijn is jezelf begrijpen in verhouding tot de ander, op zo'n manier dat je jezelf begrijpt in wat je tegen de ander zegt, op het moment dat je die ander probeert te begrijpen." Kijk, hier gebeurt iets waar ik warm van word: de verhouding van ik tot de ander en wat die ons beiden brengt, bijvoorbeeld innerlijke vrijheid.
Jaspers gaat daarop door en zegt: "De mens kan vooral in liefdevolle toewijding aan anderen, in de existentiële communicatie, de kans grijpen tot het zichzelf zijn." Sartre vat het nog even mooi samen met: "Elke poging om de waarheid te ontdekken over jezelf loopt via de ander. De ander is onmisbaar voor mijn existentie en voor de kennis die ik van mezelf heb. De ontdekking van mijn innerlijkheid betekent tegelijkertijd de ontdekking van de ander."
Ik weet, ik kan echt heel rationeel bezig zijn met mezelf en het leven proberen te begrijpen, maar ik voel ook dat dat pas echt invulling en betekenis krijgt in relatie met een ander. We zijn misschien allemaal individuele, authentieke, unieke mensen, maar we zijn ook - over alle grenzen van tijd en ruimte heen - als zielen met elkaar verbonden. Dus hebben we elkaar nodig om onszelf als heel te ervaren.
Hoogleraar geestelijke verzorging Martin Walton zei zelfs in een interview: "De zin van het leven is dat anderen het met mij willen delen." En als geestelijk begeleider is dat volgens mij de rol die je voor even mag innemen in het leven van een ander: de vrijheid en veiligheid bieden om te ontdekken hoe je je verhoudt tot een situatie en daarmee tot jezelf. Hoe mooi is het als ik in die rol ook telkens iets over mezelf mag leren!
Reacties
Een reactie posten