Een week voordat m'n jaarlijkse stilte-reset-retraite begint ben ik al in dat bijzondere Rosario. Om in en om het klooster te helpen waar nodig, voor onderhoud of gasten. Mijn zinvolle bijdrage aan het voortbestaan van deze plek. En als bonus leer ik zo niet alleen meer over het B&B-leven, maar leer ik ook de dochter des huizes beter kennen: een 15-jarig lief bijdehandje. Met de voorbijtrekkende gasten gaat het al snel over taal. Want zoals dat altijd gaat tussen Vlamingen en Nederlanders; binnen de minuut ben je woorden uit de spreektaal aan het vergelijken, of toelachen. Of gewoon aan het uitleggen, omdat je elkaar anders misverstaat.
Zo leerde één van de gasten mij dat Vlamingen nu ook allemaal het woord 'leuk' gebruiken. Echt Nederlands, dat zeiden ze vroeger nooit. Maar ja, sinds Facebook en sinds die Like-knop overal, die ook in het Vlaamstalige gebied als vind-ik-leuk wordt vertaald, noemen ze alles in Vlaanderen nu ook 'leuk'. Amai, daar had ik nooit bij stilgestaan. Dat door de taal binnen een sociaal platform de spreektaal van een heel gebied of land wordt beïnvloed. Het is wat. Ondertussen wissel ik met de Bijdehante wat spreekwoorden en gezegden uit. Zo leer ik haar dat we met 'de koek is op' bedoelen dat het maximale is bereikt. Dat kan gaan over je geduld of je begrip, maar dat we het meestal gebruiken in de context van geld.
Een tijdje later valt haar oog op mijn theeglas waar ik het gebruikelijke naamstickertje op heb geplakt. 'Waarom schrijf je er alleen As op?', vraagt ze.
'Ach ja, voor mij is dat genoeg. En ik ben gewoon lui. Het gaat er toch vooral om dat de ander weet dat dit niet zijn glas is. Wat dat betreft had ik er ook zoiets als m'n pincode op kunnen zetten.'
'Dan is de koek wel snel op', zegt ze zonder blikken of blozen.
Zo fijn als een les snel wordt opgepikt.
Reacties
Een reactie posten