Tijdens de terugreis stop ik op de meest inspiratieloze tank-plas-vreetplek vlak voor de Nederlandse grens. Alles is er druk en vies, maar pauzeren moet na twee uur rijden, het is etenstijd en tanken kan hier nog goedkoop. Ik denk het systeem slim af te zijn deze keer: eerst plassen en dan de toegangsticket inleveren bij het afrekenen van m'n etenswaar. Maar ik raak in de war. Er staat niks op het toiletticket en ze slingeren echt overal. Zou dat systeem hier niet gelden? Ik manoeuvreer me - zo min mogelijk aanrakend - tussen schappen vreetvoer, vrachtwagenchauffeurs en jengelende gezinnetjes door.
Het meisje achter de kassa is representatief voor de treurigheid van deze tent. Ik vraag haar om een saucijzenbroodje. 'Dat mag u zelf pakken', zegt ze en wijst naar de warmhoudcabine die gevuld is met vele soorten broodjes zonder naamkaartje. Wat is wat? Ik kies dan maar wat er het smakelijkst uitziet. Ze zet een beker theewater voor me neer die serieus half gevuld is. 'Wat een klein bakkie!', floept er spontaan uit. 'Wilt u meer?', vraagt ze, alsof dat een extra service is. Na mijn 'ja graag' vult ze hem tot de rand toe bij. Dat was dus niet zo moeilijk, toch?
Nog verbaast over wat er allemaal gebeurt, herinner ik me na het afrekenen het toiletkaartje, dat ik al die tijd zichtbaar in m'n hand had. 'Kan ik dat hier inleveren of doen jullie daar niet aan?', vraag ik. 'Jawel, maar het is nu al betaald. Volgende keer dan maar', zegt ze schouderophalend. Tuurlijk. Ik geef me maar over aan m'n 'diner' en ontdek bij de eerste hap dat ik een kaasbroodje heb gepakt. Kijk, ik kan echt begrijpen dat je een hekel hebt aan deze baan, maar dat hoef je toch niet op mij af te reageren?!
Terwijl ik het wonder van een doorgangsplek als deze overpeins rolt een moslim tussen twee auto's een kleedje uit en begint z'n gebedsritueel. En gelijk heeft ie. Geloof boven alles, zelfs hier.
Reacties
Een reactie posten