Overstappen op station Amersfoort in de ochtendspits is altijd een spannend avontuur. Ga ik het halen? En zo ja, heb ik daarna nog een stoel? Maar kennelijk is dit soort reisstress gebonden aan een bepaalde leeftijd, leefstijl of arbeidsmarkt.
Deze ochtend komen als eerste een paar jongeren uit de trein. Sigaret op de lip, aansteker in de hand, geen jas of bagage. Terwijl de geroutineerde forens zich naar binnen wurmt, denk ik: die gaan toch niet werkelijk in deze halve minuut een sigaretje staan roken? Maar ja, dat doen ze dus wel. Gevalletje van hoge nood. Of hoogmoed.
En dan is daar het fluitsignaal. Joelend trekt de groep een sprintje. Voor de laatste blijkt het te laat. Dicht is dicht. Z'n vrienden gieren het uit. Hij schut nog wat met z'n hoofd en gebaart het één of ander. Ik geloof dat hij denkt dat ze wel even de conducteur kunnen bellen om dit geintje ongedaan te maken.
Maar de NS is meedogenloos. Het laatste wat ik zie is een beteuterde jongen op het perron. Zonder jas. Zonder tas. Zonder mobiel en papieren misschien zelfs. Z'n vrienden vinden het nog heel lang heel grappig en hangen alweer over de grote reistassen. De trein glijdt verder richting Schiphol. Iemand stopt vandaag nog met roken.
Reacties
Een reactie posten