Even wat boodschapjes op Tweede Paasdag wordt een spannende onderneming. Wachtend bij het voetgangerslicht hoor ik achter me een rare klap. Een oudere man ligt onder z'n nog oudere fiets op het asfalt. Terwijl mensen voorbij lopen en z'n metgezel het ook nog eens aankijkt en vraagt 'wat doe je nou?!' besluit ik hem toch maar even overeind te helpen. Z'n huid en haar verraden vele liters alcohol en pakjes zware shag, maar ik ruik niks verdachts.
"Gaat het een beetje?", vraag ik als hij weer naast z'n fiets staat.
"Ja hoor", zegt hij.
"Fiets nog heel?"
"Ja hoor."
"Hoofd nog heel?"
"Ja hoor."
"Ziel nog heel?"
"Nou, dat weet ik niet", lacht hij een beetje.
M'n stoplicht is ondertussen een paar keer groen en rood geweest en met een schuin oog op het gammele stel zet ik m'n tocht richting buurtsuper voort.
Een half uurtje later sta ik met een volle tas voor de lift. Er komt een oudere vrouw binnen.
"Zo, weer lekker eten?"
"Ja hoor", babbel ik mee.
"Fijn hè, dat de winkels zo dichtbij zijn".
"Nou zeker, en nog beter dat ze gewoon open zijn."
"Ja, je wilt het eigenlijk niet, maar ja..."
"Ja, je wilt er liever niet aan mee doen, maar stiekem is het toch wel lekker hè!"
Terwijl we lachend om ons verwende leventje afscheid nemen, komt de lift binnen.
Ik groet de oude vrouw met vermoedelijk haar zoon, die naar buiten komen.
"Wat voor auto hebt u?", vraagt de man direct met een wat uitdrukkingsloos gezicht.
Pardon? Ik denk aan m'n moeder, die onlangs op bezoek was en voor de flat werd aangesproken door een meneer die nogal streng vroeg wat voor auto ze had. Ze vond het maar raar.
"Wat voor auto hebt u?", probeert hij het opnieuw. De moeder glimlacht.
"Waarom wilt u dat weten?", probeer ik nog even.
"Ome Ger houdt van auto's", legt de moeder uit.
Oké, er vallen wat kwartjes en ik maak z'n dag tot een feest.
"Een Ford Focus!"
"Welke kleur?"
"Smokestone Blue", zeg ik, zonder m'n trots te verbergen. Hij mag meegenieten.
"Limited Edition", maak ik het feestje compleet.
"Oh, een Ford Focus", mompelt hij voor zich uit, terwijl hij z'n weg vervolgt.
"Hij heeft autisme", fluistert de moeder me in m'n oor. Ja, zoiets dacht ik wel.
"Nou, dan zal ik m'n moeder nog even gerust stellen", zeg ik.
"Oh, bent u de dochter van Ineke?"
"Nou nee, maar ze was hier laatst en werd door een meneer aangesproken over haar auto. Dat zal ome Ger zijn geweest!"
We nemen lachend afscheid.
Uit de kelder komt ineens een oude meneer naar boven. Hij ziet me en de tijd lijkt stil te staan, z'n hersens maken overuren.
"Oh, eh, bent u die mevrouw met die hond van vijf hoog?"
Weer mis.
"Oh, u lijkt op haar. Sorry. Maar u woont wel hier?"
Pfff, ook dat leg ik nog wel even uit. De lach kan er ook nog wel af.
"Oh, ja, nou fijne dag nog dan."
Van hetzelfde allemaal, denk ik, terwijl ik weer op de lift wacht, die inmiddels een paar keer op en neer is geweest. Gelukkig, hij is leeg. Welkom in Colmschate.
Reacties
Een reactie posten