Doorgaan naar hoofdcontent

Stilte a.u.b.


In tijden van drukte (en gebrek aan inspiratie, ik geef het toe) ben ik dankbaar voor blogberichten die zichzelf laten schrijven en me door anderen in de schoot geworpen worden. Vandaag was dat een tweet van LiesKnol waarin ze met haar gebroken klomp in de hand verwijst naar een ingezonden brief over lawaai in de bieb. Onze etiquette deskundige Beatrijs geeft antwoord. Het is kort, dus ik knip-en-plak:

Beste Beatrijs,

Regelmatig ga ik op zaterdagochtend naar de bibliotheek van de kleine gemeente waar ik woon. Mijn man let dan op onze twee kinderen en het idee is dat ik zo een paar uur ongestoord kan werken aan mijn deeltijdstudie. In de praktijk valt dat niet mee. Er rennen gillende kinderen rond, waar de ouders niets van zeggen, en volwassenen praten hard met elkaar of voeren mobiele telefoongesprekken. Ook de bibliotheekmedewerkers zelf kletsen volop zonder hun stem te dempen. Toen ik als kind naar de bibliotheek ging, leerde mijn moeder me dat ik daar stil moest zijn en fluisteren. Is dat volledig uit de tijd?

Rumoer in de leeszaal



Beste Rumoer in de leeszaal,

Een bibliotheek is geen kermis en ook geen café. Bezoekers en personeel zouden zich rustig moeten gedragen en inderdaad hun stemmen moeten dempen. Bespreek uw klacht met de medewerkers aan de balie. Het zal niet eenvoudig zijn om uw punt voor het voetlicht te brengen, als zij zelf even hard meedoen met het lawaai, maar u staat in uw recht, dus ze zullen zich tenminste even over het probleem moeten buigen. U zou kunnen voorstellen dat er bordjes met ‘Stilte a.u.b.’ worden opgehangen. Allicht zal dat iets schelen in de herrie. Wanneer die bordjes er eenmaal hangen, kunt u lawaaischoppers op een duidelijk zichtbare regel attenderen. Dat is makkelijker dan met hen in discussie te gaan.

Was getekend, Moderne Manieren volgens Beatrijs Ritsema


Oké jongens, gooi ze d'r maar in. Hoe gaan we die moderne Beatrijs uitleggen dat de moderne bibliotheek niet meer dezelfde is als die waarin zij als kind haar boeken haalde en toen tot stilte werd gemaand door sissende bibliothecaresses. Wanneer wordt haar eigen bibliotheek trouwens een Verrassende en Verleidende Ideale Bibliotheek (en wanneer was ze daar voor het laatst), waardoor die vertrouwde en benauwende boekenkasten ook nog eens uit haar oogbeeld verdwijnen.

Nee flauw, ik zal Beatrijs niet helemaal de gek aansteken, want ik snap het ook wel natuurlijk. Je gaat naar de bibliotheek voor boeken, voor de rustgevende sfeer en om te studeren. Diep van binnen wil ik soms ook dat het nog steeds zo was. Maar ja, om bij die moderne tijd te blijven zijn de bibliotheken helaas genoodzaakt wel iets aan de presentatie van die boeken - en al die andere moderne materialen - te doen. En dat brengt ook gelijk een andere sfeer met zich mee.

Om bezoekers die toch graag rustig willen studeren ook van dienst te zijn, zouden we naast een mooie presentatie en wat gezelligheid dus ook moeten zorgen voor goede studieruimtes. Die worden namelijk in de schreeuw om presentatieruimte (en misschien ook wel doordat niemand ze meer gebruikt) opgeruimd. Een leermoment dus voor zowel mevrouw Beatrijs als de bibliotheken.

Maar eh... nu ik alle reacties eens doorlees onder deze ingezonden brief neig ik toch naar het ophangen van heel veel bordjes: hier mag geleefd worden!


Foto: Merlin Daleman (bij Het einde van de stilte)

Reacties

  1. Erg leuk geschreven en herkenbaar!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Tja wat is stilte. Ik denk dat het meer gaat om rust. De studieruimtes die ik me herinner waren kaal gebroken wit met grijs omrande formica bladen. Stil was het er wel. Zo stil dat de zucht van een stiltegenoot je al stoorde. Dan is de rustige bedrijvigheid van het leescafé als een waterval op de achtergrond van jouw bankje in het park.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @anoniem: Stilte en rust liggen inderdaad dicht bij elkaar.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire scribble

Opstartperikelen

Na twee maanden waarin m'n prioriteit lag bij goed slapen, rust nemen en overleven is het vanmorgen weer tijd voor dat ochtendritueel waar ik me lekker bij was gaan voelen: baantjes crawlen. Ik overwin m'n luie weerstand en pak de zwemspullen bij elkaar. Maar waar is m'n kaart? Hoezo zit die niet op de vaste plek in de vaste rugzak? Hoe ik alle logische en onlogische alternatieven ook doorzoek: geen kaart. Hè gatsie, m'n irritatie stijgt langzaam naar niveau 1.  Ik overwin het gevoel 'dan maar thuis te blijven' en loop in de ochtendmist richting zwembad. Ik richt me op de mantra Alles komt goed , maar ondertussen trekken ook vele scenario's van het gesprek aan de balie voorbij. Halverwege bedenk ik me dat ik ook nog m'n energiekoekje voor de terugweg ben vergeten. Hè gatsie, dan ga ik wel honger hebben. Ik voel de irritatie gestaag naar niveau 2 stijgen. De dame aan de balie heeft gelukkig een beter gemoed dan ik en geeft me zonder morren, zonder kosten ...