laten we eerlijk zijn als beest zijn we totaal mislukt ik zie mij daar nog staan op een savanne zonder uitvlucht in het volle licht der dieren een mond vol tanden heel modern, heel gênant vandaag regerend met draadloze hand in een land gebouwd onder water met mensenrechten, koffieapparaten en de natuur in mooie reservaten voel ik nog steeds diezelfde angst niets is veranderd weids en eindeloos gaapt de savanne welkom in mijn hoofd het is een doos vol zwarte gaten alles wat een mens verzint zuigt zich erin: zeppelins, vakanties zelfhaat, witte fosfor, dildo’s, anorexia dubbelvla, dwangneuroses, shalali shalala of de lol om een gemarteld paard ook de dingen die niemand wil verzinnen zitten erin: gewoon, voor de heb ik draag een hoofd als een handicap zwellend, kolkend, almaar zwellend altijd vloed, nooit nog eb geen vijand bleef er voor mij over leeuw, griep, pest, slang zelfs de dood slaapt aan een leiband maar diep van binnen in mijn grote grabbelton...